Laat ik maar direct met de deur in huis vallen met de meest evidente vraag. De vrouw met de Ster is een western. Maar dan wel één zonder de gekende verzengende hitte en opwaaiend stof. Het hele album speelt zich af in een ondergesneeuwd landschap. Grafisch en verhaaltechnisch is dat een geweldige keuze, maar waarom heb je die invalshoek gekozen?

Anthony Pastor:

Het is simpel. Ik ben zot op sneeuw en de bergen (lacht). En ik houd vooral van de combinatie ervan. Het creëert grafisch geweldige uitdagingen. Zware sneeuwval zorgt ervoor dat mensen uit hun dagelijks ritme worden gerukt. Het brengt hen onmiddellijk uit hun comfortzone.

Maar dat doet een echte loden zon toch ook?

Anthony Pastor:

Anthony Pastor: Dat klopt. Maar die ben ik gewoon! Ik woon in het diepste zuiden van Frankrijk en we zijn hier op dat vlak wel het een en ander gewoon. Om me in die hete zomers af te koelen, is er trouwens niets beter dan een ijskoude strip te maken. (lacht)

Anthony Pastor: Dat klopt. Maar die ben ik gewoon! Ik woon in het diepste zuiden van Frankrijk en we zijn hier op dat vlak wel het een en ander gewoon. Om me in die hete zomers af te koelen, is er trouwens niets beter dan een ijskoude strip te maken. (lacht)

Jazeker! Sneeuw is veel helderder dan de zon. Je hebt veel meer reflectie, mist en beklemming. Je kan er echt de kracht van het wit blad uitspelen, gecombineerd met de ijskoude blauwe inkting. Hoe minder je tekent op zo’n wit blad, hoe sterker je tekening wordt. Je mag nooit de monochromie van zo’n pagina’s onderschatten. Ik vind al die tinten blauw-wit-grijs straffer dan de sepiatinten die ik gebruikt zou hebben bij een klassieke western.

Ondanks de sneeuw is het een echte western. Duels, paarden, sheriffs en de gekende personages. Alles is aanwezig.

Anthony Pastor:

Ik had al lang zin om een western te tekenen. Ik ben al van kinds af aan stapelgek op het genre. Ik heb die liefde zelfs met de paplepel binnengekregen. Mijn vader was een Spanjaard en dol op de spaghettiwesterns die er opgenomen werden. We keken altijd samen. Ook nu nog verslind ik alles in het genre van films, over romans tot westernstrips. Het kan niet op. Eigenlijk zijn al mijn andere strips verdoken westerns alhoewel men ze in het hokje duwt van polar noir. Nu voelde ik me eindelijk klaar om me honderd procent te outen voor de western. De Vrouw met de Ster is een volbloed western maar dan wel eentje met romantiek, cynisme en flink wat thrillerelementen. Strips zijn trouwens uitermate geschikt om een westernverhaal te vertellen en te tekenen. Nog meer dan detectiveromans. Er zijn ontelbare westerns getekend in de klassieke Francobelgische en Italiaanse strips, van Tex Willer, Blueberry, Buddy Longway, Durango,… . Veel meer dan in Amerika zelf waar de comics de superheldentour zijn uitgegaan. De Europese strip heeft het westerngenre op de kaart gezet. Ik had gigantisch veel zin om mijn steentje hieraan bij te dragen. De tweede reden is dat wat er toen gebeurd is in Amerika, namelijk de verovering van het Westen, het opportunistisch individualisme en de integratiemoeilijkheden, vandaag heel erg onze maatschappij bepaalt. Daar stond de wieg van wat we vandaag meemaken. De western is hierdoor nog nooit zo hedendaags geweest. Ik gooi die boemerang terug en pomp veel actuele thema’s in de klassieke western van toen. Dat trekt het genre nog meer open. Er zijn mensen die beweren dat westerns altijd dezelfde herkauwde verhalen zijn. Ik zie het anders. Voor mij is een western net een maagdelijk wit blad waar heel veel mogelijk is. Je kan er echt alle kanten mee uit. Westerns zijn steeds een geweldig spel tussen scenario, grafiek en historiek. Een derde reden waarom ik een western wou tekenen, is dat het mij het gevoel geeft dat ik op reis ben. Ik voel me direct weer dat kleine jongetje die het ene na het andere avontuur beleeft.

Ik wil nog eens terugkomen op dat hedendaagse. Is het daarom dat al je personages onder hun klassieke westernclichés een verborgen kantje hadden? De premiejager blijkt een religieus fanaticus te zijn, de Irokees en de stoere trapper zijn homo’s,… ?

Anthony Pastor:

Klopt. Het hele opzet is om een klassieke western te vertellen. "De Vrouw met de Ster" omhelst alle clichés: een vluchteling die achterna gezeten wordt door een sheriff, duels, een goudmijn, noem maar op. Ik heb de klassieke structuur behouden, maar ik heb alle personages psychologische diepgang gegeven, waardoor ze de ééndimensionaliteit overstijgen. Hierdoor kunnen de lezers zich beter inleven in de personages, of zelfs zichzelf erin herkennen. Het maakt de karakters veel menselijker. In mijn strips stuwen de personages de strip vooruit. Niet de feiten, maar de personages zijn de echte motor van het verhaal. Ik heb al hun karakters van tevoren helemaal uitgeschreven. Veel van wat mij zelf bezighoudt, verwerk ik in hun psychologie. Dat is essentieel voor mij. Een strip tekenen duurt bijna twee jaar, en zij zijn mijn reisgezellen. Hun karakters moeten mij al die tijd kunnen blijven boeien en stimuleren. Bovendien heb ik ervoor gekozen om hun ware aard pas diep in het verhaal naar boven te laten komen. Maar wie de strip herleest, moet de subtiele gebaren of soms intieme uitspraken van hen al herkennen vanaf het begin. Het moet allemaal consistent zijn en blijven. Vandaar dat een goede voorbereiding essentieel is.

De vrouw met de ster heb je ingedeeld in drie stevige hoofdstukken. Elk hoofdstuk is eigenlijk een apart verhaal. Het eerste deel is eerder de strijd van een man tegen de natuurelementen en zijn strijd tegen zijn mentale demonen. Het tweede is een huis clos met twee personages die elkaar desondanks vinden en het derde is een heuse thriller in diezelfde besloten omgeving. Was het initieel de bedoeling om drie aparte strips te maken?

 

De vrouw met de ster heb je ingedeeld in drie stevige hoofdstukken. Elk hoofdstuk is eigenlijk een apart verhaal. Het eerste deel is eerder de strijd van een man tegen de natuurelementen en zijn strijd tegen zijn mentale demonen. Het tweede is een huis clos met twee personages die elkaar desondanks vinden en het derde is een heuse thriller in diezelfde besloten omgeving. Was het initieel de bedoeling om drie aparte strips te maken?

Anthony Pastor:

De vergelijking is goed gevonden. Manga is een medium dat bij uitstek speelt met de tijd. In de Franco-Belgische strips comprimeren we alles naar die 48 pagina’s. Ik heb mijn verhaal verspreid over 250 pagina’s. Geregeld paste ik een groter prentje in of gebruikte ik een voice-over. Ik herhaalde ook bedenkingen in een ellipsachtige aanpak, waardoor ik die leegtes net weer invul. Hierdoor haal je het tempo uit het verhaal en laat je alles meer bezinken bij de lezer. Mijn bedoeling was echt om met die tijd te spelen en elk moment zijn waarde te geven. Nogmaals, een strip maken duurt lang. Ik vind dergelijke zaken, zoals die ellipsen uitwerken, heel boeiend en motiverend voor mezelf. Een van die ellipsen is de mentale verwerking van Zachary van zijn vader. Dat trauma kun je niet in één keer oplossen, anders wordt de lezer plots oververzadigd. Je moet dit druppelsgewijs loslaten om zo de aandacht van de lezer te pakken. Bovendien moet dit alles nog eens heel consistent zijn. Ik vind dit enorm tof om uit te werken.

Je neemt je tijd zowel in de actie als in de romantiek. Hoe werk je eigenlijk? Heb je alles vooraf gedetailleerd uitgeschreven of werk je zoals Manu Larcenet in Blast die losjes van sleutelscène naar sleutelscène tekende?

Anthony Pastor:

Het eerste! Ik heb eerst een korte synopsis geschreven. Daarna heb ik de karakters en de visualisatie van de personages heel gedetailleerd uitgewerkt. Vervolgens heb ik een uitgebreide samenvatting van het verhaal geschreven. Links en rechts noteerde ik er hier al wat dialogen bij. Vervolgens heb ik de hele strip in een storyboard verwerkt. Ik had immers al heel snel zin om te tekenen en me te laten opslorpen door het verhaal. Elke pagina schetste ik uit. Er stonden ongeveer 4 strippagina’s op een bladzijde van mijn schriftje. Daarnaast noteerde ik ideetjes voor mogelijke dialogen. In een apart boekje werkte ik die flarden uit tot echte dialogen. Het grote voordeel om zowel scenarist als tekenaar te zijn, is dat ik al die fases door elkaar liet lopen. Het zorgde voor afwisseling. Ik weet vandaag echt niet meer wat er het eerst kwam. Een dialoog, een grafisch beeld of een pagina-opbouw. Dat liep heel organisch door elkaar in de opbouwfase. Daarna werd het anders. Een keer het storyboard volledig klaar was, heb ik alles uitgeschetst en in zijn definitieve plooi gegoten.

Ik wil nog eens terugkomen op de drie hoofdstukken. Drie verschillende aanpakken, drie verschillende ritmes en toch beheers je ze alle drie super. Was er een hoofdstuk wat je meer lag dan een ander?

Anthony Pastor:

(verrast) Neen. Ik heb aan elk hoofdstuk met evenveel plezier gewerkt. Ik heb wel enkele lievelingsscènes zoals die pagina’s waar Zack en Perla elkaars wonden verzorgen. Ik vond die opbouw heel origineel en toch intiem. Daar was ik heel blij mee. Aan de heel andere kant van het spectrum tekende ik heel graag de actiescènes op het einde van het verhaal. Gewoon knallen! Het leuke in de Vrouw met de Ster was net die afwisseling. Ik kon voortdurend wisselen tussen rust en actie. Het ene moment tekende ik een den in de mist of een paard die door een sneeuwstorm ploetert. Op het andere moment smeet ik me op een geweerschot die een arm doorboort waardoor die persoon luid kermend achterover valt. Het is me allemaal om de emotie te doen. Soms is die stilzwijgend of melancholisch. Soms net heel explosief.

 

Het is een huis clos in een ondergesneeuwd verlaten mijnwerkersdorpje. Heb je de hele setting vooraf uitgetekend?

Anthony Pastor:

Natuurlijk! Ik heb een gedetailleerd plan getekend van het dorp. Het is een simpele opzet, maar alles moest juist zijn. Ik wist hoe elke hut eruit zag en hoe hij ingepland staat op de kaart. De omgeving is gedetailleerd in kaart gebracht. Als je van het oosten naar de kerk kijkt, wist ik welke berg je ziet of hoe hoog de dennen daar zijn. Op dat plan heb ik dan mijn personages gezet. Steeds was ik me bewust van in welke richting ze keken, renden of schoten. Als je dat niet doet, dan merkt een lezer al snel dat er iets niet klopt. Je kijkt misschien verwonderd, maar dat is effectief zo. Je voelt dit als lezer haast instinctief aan. Bij elke setting heb ik de weersomstandigheden erbij gezet. Soms brak de zon even door. Dan is het belangrijk om te weten of de zon in hun ogen schijnt of hoe de schaduwen vallen.

Natuurlijk is er steeds een grafische component. Soms heb ik de zonnestralen wat lager of hoger gezet om het dramatische of emotionele effect te verhogen, maar niet in zo'n mate dat de richting niet meer klopte. Niets is aan het toeval overgelaten. Hetzelfde geldt voor de kleding, de wapens en de omgeving. Het moet ook historisch juist zijn. Ik wou mijn lezers en mezelf niet bedriegen. Je kan ook niet anders. De menselijke verbeeldingskracht is beperkt. Mocht ik dit allemaal niet doen, dan was ik er zeker van dat ik landschappen of houdingen zou tekenen uit esthetische overwegingen of zelfs puur omwille van het gemak. Je weet wel, hier horen nog wat ondergesneeuwde dennen bij en hupsaké, klaar is kees. Vraag aan elke tekenaar om een rotspartij te tekenen en iedereen valt terug op zijn trucjes en zal gemakkelijk dezelfde rotsen tekenen. Meer nog, iedereen wil op zijn manier wat orde brengen in de natuur. Ik daag mezelf continu uit om te bedenken hoe die rotsen er vanaf dit standpunt en met die lichtinval uitzien. Het zorgt voor een extra dimensie en verhoogt het realisme.

Ik vind decors heel belangrijk. Mijn wortels liggen in het theater. Ik deed daar decors en de mise-en-scène. Als regisseur moet alles kloppen. Dat is ook vandaag mijn ding. Een western is heel theatraal, boordevol tragiek en drama. Ook daarom ligt het genre me zo goed.

De ondergesneeuwde tunnel is een geweldige twist in het verhaal. Wat was er eerst? De idee van de tunnel of die van de sneeuw?

Anthony Pastor:

Uiteraard de sneeuw. De basisidee was dat twee mensen die niets met elkaar gemeen hadden, elkaar ontmoeten in een verlaten plaats die afgesloten wordt van de buitenwereld door de sneeuw. Ze wilden beiden vluchten naar Canada maar de extreme weersomstandigheden verhinderden dat. Al de rest is erbij gekomen.

Waarom heb je een strooien pop gekozen om de nachtmerries van Zack te verpersoonlijken?

Anthony Pastor:

Die pop staat voor de breekbaarheid. De kindertijd. Dit type pop kan je ook gemakkelijk uit elkaar scheuren waardoor je beelden veel krachtiger worden. Ik vind het een mooie metafoor. Een western bulkt doorgaans van het geweld. Ik heb het daar soms moeilijk mee. Ik wil echt niet genieten van dergelijke scènes en ik hoop echt dat mijn lezers merken dat ik daar niet van geniet. Ik zoek wel steeds naar de esthetische kant van dat geweld. Een gat in een hoofd kan ook grafisch mooi in beeld gebracht worden. Ik toon enkel wat moet getoond worden. Kort en krachtig. Ik houd er niet van om er veel stroop rond te smeren en iemand te laten sterven over een hele bladzijde.

Mag ik je feliciteren met de keuze voor de naam van het vervallen mijndorpje, Promesa. Een gehuchtje gebouwd op beloftes waar hemel en hel samenkomen.

Anthony Pastor: Dank u. Het kon geen andere naam hebben (lacht).

De voorgeschiedenis van Promesa is een strip op zijn eigen. Je haalt het haast lakoniek aan. Het bergdorpje lag naast een onrendabele goudmijn die de kierewiete Mexicaanse dorpspastoor dan nog eens opgeblazen heeft met een deel van de dorpelingen nog vast in de mijn. Van de wederomstuit vermoordde de rest van de inwoners elkaar. Hemel en hel. Was het bedoeling om ooit het dorp als onderwerp te hebben in plaats van Zack en Perla?

Anthony Pastor:

Als ik een strip schrijf, is het belangrijk dat ik de hele geschiedenis ken van alle personages en hier dus ook van Promesa. Sommige gegevens verwerk ik in het uiteindelijke verhaal. Andere niet. Ik heb bijvoorbeeld maar lichtjes de vertroebelde relatie tussen Zachary en zijn vader benut. Had ik alle informatie in de strip gebruikt, dan zou het evenwicht zoek zijn geraakt. Voor mezelf heb ik die extra informatie nodig om me helemaal in te leven in de personages. Het is dan mijn keuze om maar een moment van hun leven te verstrippen.

Toen ik de strip herlas, had ik plots het gevoel om een moderne, winterse versie van Blueberry’s De Mijn van Prosit en Het spook van de Goudmijn te lezen. Ook die westerns zijn een huit clos vol wraak, spanning en rancune. De titel De Vrouw met de Ster zou zomaar een Blueberrytitel kunnen zijn.

Anthony Pastor:

(lacht) Dit tweeluik is één van mijn lievelingstrips. Jean Giroud was toen op het toppunt van zijn kunnen en die strips zijn een onuitputtelijke bron voor me. Ik ben nu bezig met een nieuwe western en de albums liggen hier op de grond open geplooid (lacht).

Op een bepaald moment zitten Perla en Zack vast in een grot ergens tussen aarde en licht. Het deed me deed denken aan het gelijknamige Thorgalalbum (album 13, red) maar dan de ijskoude versie ervan.

 

Anthony Pastor:

Er zijn verschillende strips waar een grot in voorkomt, maar je hebt het ook nu weer bijna correct geraden. Ik ben zwaar fan van drie tekenaars, namelijk Giraud, Tardi en Rosinski. Ik ben vooral gek op het album Wolvin waar een hoogzwangere Aaricia door Thorgal in een grot achtergelaten wordt en waar ze samen met een wolvin bevalt. Het hele idee van twee mensen die vastzitten in een grot, komt uit Wolvin. Ik heb die scènes in de grot ettelijke keren herlezen en bekeken. We hebben het al even gehad over Giraud en Rosinski maar ook Tardi is een van die tekenaars die de Francobelge strip een heel nieuwe dimensie heeft gegeven. Ik blijf leren uit zijn albums. Tardi inkte heel dynamisch. Ik kleur nu direct in zoals de meeste tekenaars van graphic novels. Mijn contouren zijn een combinatie van verschillende penseeldiktes en kleuren. Dat zorgt voor een heel aparte dynamiek.

Hoe moet ik die inkting praktisch zien?

Anthony Pastor:

Een inkting is nooit 100% in dezelfde kleur en nooit even dik. Als een personage met zijn linkergezichtshelft in de zon staat, is die contour lichter en dunner dan aan zijn schaduwkant. Ik speel volop met de vochtigheid van mijn penseel. Ik kleur mijn personages op een hele pagina door elkaar in. Ik begin met overal de fijnste lijnen te schilderen zoals de ogen. Ik heb dan ook het meeste verf in mijn penseel waardoor die lijnen harder gekleurd zijn. Dan dop ik mijn penseel weer in het water en ga dan verder. Enzovoort. Op het eind is mijn verf zo verdund en mijn penseelpunt zo verbreed dat ik een ander effect krijg. De lichtste delen kleur ik dus als laatste in. Ik gebruik eigenlijk maar twee kleuren. Een donkerblauw met wat groen doorgemengd die ik gebruik om te inkten. Zoals ik daarnet zei, wordt die kleur steeds lichter naarmate ik mijn penseel natter maak. Het tweede kleur is datzelfde blauw maar dan met iets meer groen erin. Het is subtiel maar toch voldoende verschillend voor me. Die kleur gebruik ik voor de achtergronden. De nachtmerries zijn geschilderd in rode aardetinten. Dit vond ik een mooi effect hebben tegenover de ijskoude blauwtinten. Voor ik begin te schilderen, heb ik in mijn hoofd een heel duidelijk beeld welke delen van het prentje wit blijven en welke donkerder ingekleurd moeten worden. Giraud deed net hetzelfde met zijn arceringen. Ik ga de witte kant op. Hij werkte naar het donker. Achteraf versterkte de inkleuring nog die donkere arceringen.

Heel opvallend zijn ook de kleine penseelstreekjes waardoor je opvallend veel detail legt in de kledij van de personages. Een bontjas komt zo tot leven.

Anthony Pastor:

Dat klopt. Ik geef er zo een extra dynamiek aan. Als ik een houtblok teken, moet je als lezer zien dat het een houtblok is. Je moet het als het ware kunnen ruiken. Ik houd niet van tekenaars die er zich rap vanaf maken. Ik ben gek op die kleine details. Als Zachary bewoog, kon ik door die kleine streepjes extra dynamiek toevoegen. Sommigen gebruiken hiervoor nog bewegingsstreepjes. Bij mij zit de beweging in de kleren die ik schilder. Ook met wolken of bomen kan je hetzelfde doen. Je kan er de wind zo laten zien. Ook dit heb ik geleerd van Tardi. Hij slaagt er zo in om die beweging te steken in dode voorwerpen.

Personen die op de voorgrond staan, hebben een contour-inkting. Alles op de achtergrond is vager. Haast impressionistisch geschilderd.

Anthony Pastor:

Dat klopt. Ik houd ook van die vaagheid. Zeker als het sneeuwt, neigen mijn tekeningen naar het impressionisme. Soms zelfs naar het pointillisme. Ik ben een fan van Van Gogh en bij uitbreiding de hele school van de impressionisten van begin de 20ste eeuw. Op dat moment waren ze nog figuratief. Ze zochten toen echt nog hun weg. Net zoals ik bij de pagina’s waar Zachary zijn nachtmerries heeft. Dit is mijn poging tot expressionisme. Ik laaf me volop aan de pure schilderkunst. Daar leer ik heel veel uit. Ik haal er steeds ideeën uit om nog meer emotie en sfeer in mijn tekeningen te kunnen steken.

Zijn de pagina’s eigenlijk op ware grootte afgedrukt?

Anthony Pastor:

Bijna. Ze zijn maar een beetje verkleind. Ik heb dit album klein getekend. Voor de western die ik nu teken ben ik overgestopt naar een groter formaat, bijna A3. Ik kan me er beter in uitleven. Ik heb dik tien jaar digitaal getekend. Ik was er direct aan verknocht want het is eigenlijk heel gemakkelijk om je verhaal en tekeningen bij te sturen en te veranderen zonder veel tijdverlies. Sindsdien weet ik veel beter hoe je de structuur van een stripverhaal opbouwt en ben ik steeds meer beginnen te tekenen op papier. Als je wat ervaren bent, is al dat digitaal gedoe niet echt een tijdswinst meer. Als je je tekeningen goed voorbereid, win je tijd. Met digitaal te tekenen, vergaloppeer je je soms. Het is heel verleidelijk om er direct in te vliegen want je kan het toch later gemakkelijk wijzigen. Nu ik direct mijn tekeningen schilder, ga ik eigenlijk opvallend snel vooruit. Voorbereiding is en blijft wel de sleutel. Toen ik digitaal tekende, schetste ik nauwelijks pagina’s uit. Nu schets ik alles uit en teken het vervolgens effectief heel gedetailleerd uit in potlood. Daarna leg ik het op de lichtbak met mijn papier erover en begin ik te schilderen. Zo vermijd ik dat de potloodlijnen zichtbaar worden onder de aquarel. Ik sluit wel niet uit dat ik ooit terug ga naar het digitale. Ik blijf zoeken naar de optimale beleving voor mezelf en momenteel is dat old-school met het klassieke penseel. Vandaag ben ik hier supertevreden van want net doordat ik nog artisanaal schilder vallen mijn tekeningen extra op in de overvloed van digitale tekeningen. Ik ben er zeker van dat ook de striplezers dit waarderen.

De Vrouw met de ster 

Ik heb enorm genoten van De vrouw met de ster, maar eerlijk is eerlijk. Het was mijn eerste kennismaking met je werk. Er zijn in het Frans al verschillende strips van je verschenen. Welke moet dringend vertaald worden, of moeten we wachten op je nieuwe western?

Anthony Pastor:

Neen hoor. Vertaal ze maar allemaal. (lacht) Uitgeverij Lauwert brengt trouwens in november al een Nederlandse versie uit van het tweeluik ‘Le sentier des Reines’ (Het spoor van de koninginnen, red).

Dit is ongetwijfeld het begin van een mooi verhaal.

Pastor Anthony