Interview De Metter Christian
De spannende en sombere thriller Nobody is lang niet de eerste publicatie van de vijfenvijftigjarige Franse stripmaker Christian De Metter. Het is tot nu toe wel zijn omvangrijkste werk.
Lauwert Uitgeverij presenteert het eerste album van het eerste seizoen dat uit vier delen bestaat. Daarna volgt nog een tweede seizoen.
Lees het gesprek met de verteller en tekenaar over deze bijzondere reeks en zijn overige werk.
Sinds 2000 heb je al zo’n zesendertig titels op je naam staan, wat geen geringe prestatie is! Dat zijn bijna twee titels per jaar. Ben je dan zo’n workaholic?
DE METTER: “Zesendertig? Iets minder, denk ik. Ongeveer dertig. Maar verder, ja, ik werk veel, maar ik ben vooral vrij snel. Het kost me nauwelijks een jaar om een album van ongeveer honderdvijftig pagina’s te voltooien. De laatste twee of drie jaar heb ik het wat rustiger aan gedaan door in het weekend niet meer te tekenen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om muziek te maken. Kortom, ik ben niet in staat om niets te doen.”
Voor mensen die je niet echt kennen, heb je een tekenstijl die onmiddellijk herkenbaar is: heel gevoelig, donker, intens, vluchtig, intrigerend... Waar komt deze tekenstijl vandaan? Wie heeft je geïnspireerd tot het punt waarop je besloot dat het je handelsmerk werd?
DE METTER: “Ik kwam onlangs wat tekeningen tegen die ik had gemaakt toen ik tien of veertien was en ik was verbaasd dat ik dezelfde stijl terugvond: een mix van aquarel, potlood, gouache en zelfs pastel met dezelfde zoektocht naar een zeker realisme. In die tijd had ik nooit gedacht dat ik strips zou gaan maken. Het meeste wat ik kende, werd in zwarte contouren met een pen gedaan en ik voelde me daar niet toe in staat, of zelfs maar geïnteresseerd. Pas in de jaren 1980, toen een vriend (Frédéric Poincelet) me liet kennismaken met Angelsaksische tekenaars als Bill Sienkiewicz, Kent Williams, Jon J Muth en Dave McKean, dacht ik erover om strips op mijn eigen manier te maken, met een mix van verschillende technieken. En ik begon aan wat Emma zou worden.
Wat mij betreft is het doel om een tekenstijl te hanteren die op mij lijkt, want wat is anders het nut? Iets wat een beetje rommelig is, energiek, gevoelig, hoop ik. En dat kan veranderen naargelang de stemming met gebreken die ik aanvaard. Als het er daarna voor kan zorgen dat iemand anders hetzelfde wil doen, dat hij denkt: ‘Ik kan ook tekeningen maken op mijn eigen manier, zelfs met fouten’, dan heb ik een beetje gewonnen. Je neemt het stokje over dat iemand aan je heeft doorgegeven, soms zonder het zelf te weten, en je probeert het een beetje verder te dragen, in de hoop dat anderen het stokje op hun beurt zullen overnemen.”
Is het mogelijk om met jouw tekenstijl op de computer te werken of zou dat afbreuk doen aan de kracht en het DNA van De Metter?
DE METTER: “Ik heb albums volledig op de computer gemaakt. Ik heb de laatste jaren veel last gehad van peesontstekingen, dus ik ben op zoek gegaan naar andere manieren van werken. Flexibeler.
Maar tegenwoordig kun je met de tools in bepaalde softwarepakketten beelden maken waarvan een niet-professional het verschil met een tekening op papier niet zou kunnen zien. Wat telt is het resultaat. Uiteindelijk maakt het proces ons niet zoveel uit. Zolang je jezelf maar niet bedriegt of van iemand anders steelt.”
Je eerste albums in het Nederlands zijn helaas niet meer beschikbaar. Samengevat gaan ze vaak over menselijke drama’s en moeilijke thema’s (De Priester, Emma), maar ook met maatschappelijke thema’s of op zijn minst met een sociale achtergrond. Is het verkeerd te concluderen dat je bedenkingen hebt bij de huidige manier van leven, die vooral bepaald wordt door de media, fake news en oppervlakkigheid?
DE METTER: “Vroeger werkte ik veel rond bepaalde thema’s zoals identiteit en ik ben nog steeds, geïnteresseerd in mensen die gebroken zijn door de maatschappij of door het leven. In Emma, over iemand met geheugenverlies, ga ik in op het idee dat identiteit iets heel oneerlijks is, omdat we alleen bestaan in de ogen van anderen.
Als je niet van buitenaf gezien wordt, besta je niet. Iemand die alleen op een onbewoond eiland woont en geen spoor van zijn reis achterlaat, zou in de ogen van de wereld geen bestaan hebben. En uiteindelijk is deze blik van buitenaf niet altijd eerlijk.
Ik behandelde ook het idee van inspiratie, van de muze. Dat is wat Emma vertegenwoordigt. Als er inspiratie is, raak je erdoor geobsedeerd. Het verteert je als een liefdesaffaire, maar de angst om het te verliezen en dat gevoel niet meer te ervaren, drijft sommige kunstenaars ertoe om het liever te vernietigen om, in zekere zin, enige controle te hebben en niet het gevoel te hebben dat ze een zwaard van Damocles boven hun hoofd hebben hangen. Ze voelen een angst voor die dag dat het zou kunnen verdwijnen. De wereld van vandaag bekijk ik vanop een afstand. Ik kijk al een paar jaar niet meer naar de televisie of het nieuws, en ook niet naar sociale media.”
Je werk wordt gekenmerkt door donkere, meer obscure, mysterieuze, harde, marginale en sombere sferen. Hoe komt dat? Heb je er ooit aan gedacht om een luchtige, humoristische roman te schrijven of te tekenen?
DE METTER: “Ja, maar ik krijg het niet voor elkaar, of ik vind dat het niet werkt. In mijn dagelijks leven gebruik ik veel humor, maar in mijn werk komt het niet over. In feite voeden mijn tekeningen, hun stijl en uiterlijk mijn thematische universum en vice versa. Het is een soort voortdurende beweging van drama. Voor anderen is het pinda’s en bier (dixit Jean-Claude Van Damme). Mensen denken vast dat ik geen gevoel voor humor heb. Ik zei het toch, identiteit is iets oneerlijks...”
Je schrijft ook zelf. Je tekent, je bewerkt romans. Wat vind je het leukst om te doen?
DE METTER: “Ik schrijf graag, maar door mijn gebrek aan vertrouwen in het onderwerp en in het algemeen, stel ik schrijven altijd uit tot later.
Maar als ik dat doe, ben ik gefascineerd door die momenten waarop de personages op zichzelf bestaan en dingen doen of zeggen die je niet had gedacht. Dat vind ik alleen bij het schrijven, hoewel ik ook veel improviseer bij het tekenen, dus het is niet dezelfde verrassing. Ik weet dat ik mijn vrienden ga uitlachen als ik zeg dat ik improviseer als ik teken, maar als ik muziek maak is dat 90% improvisatie en dat probeer ik soms ook te vinden bij het tekenen. Ik ben ook iemand die in fases werkt. Ik hou van een beetje van alles in wat we ‘creëren’ noemen en wat ik ‘dingen doen’ zou noemen. Schrijven, tekenen, bewerken, muziek maken. Ik heb tekenfasen waarin ik alleen maar denk aan de volgende schetsen, dan komt er een muziekfase waarin ik wel vier of vijf stukken op een dag kan schrijven, totdat deze fase opdroogt en er niets meer uitkomt. En dan ga ik verder met een andere fase. Zo gaat het al meer dan dertig jaar.”
Het eerste deel van Nobody is nu uit in het Nederlands. Beide seizoenen zullen vertaald worden. Kan je onze lezers in het kort vertellen waar de reeks over gaat?
DE METTER: “Vóór Nobody was ik voornamelijk een auteur van one-shots, meestal albums van honderdtwintig pagina’s. En ik besefte dat ik nog steeds meer ruimte nodig had voor mijn verhalen. Dus kwam ik op het idee van korte reeksen van drie of vier delen. Het thema van Nobody is het begrip waarheid. Is wat ons verteld wordt waar, of is wat we ons inbeelden als we het verhaal dat ons verteld wordt niet geloven per se waar? Het idee dat de waarheid nooit eenvoudig of zelfs maar definitief is.”
Bij het lezen van Nobody, en nu we weten dat het uit twee seizoenen bestaat, voelde het bijna als een Netflix-serie aan. Ik heb letterlijk het album doorgespit op zoek naar een schrijver of een vermelding van een bewerking. Ik dacht echt dat het een bewerking van een Amerikaanse reeks was. Waar haalde je je inspiratie vandaan?
DE METTER: “Toen ik op het idee kwam voor deze korte reeks, keek ik veel series op Netflix en elders. Daarna lees ik veel boeken over verschillende historische perioden of onderwerpen die me interesseren en die ik in mijn verhalen verwerk. Voor het eerste seizoen van Nobody was het het einde van het verhaal dat als eerste bij me opkwam en van daaruit viel de rest heel snel op zijn plaats. Ik schreef de vier delen in een paar dagen. Ik had een boek gelezen over een undercover motoragent en wist toen dat mijn personage een undercoveragent zou worden. Maar hoe word je een undercoveragent? Dus ik stelde me zijn ‘rekrutering’ in de jaren 1960 voor. Zijn leven gebaseerd op leugens om een kamp te dienen en een waarheid waarvan de ervaring hem zal leren dat het heel relatief is, enzovoort.”
Het eerste seizoen speelt zich af in de jaren van The Doors, eind jaren 1960 en begin jaren 1970. Waarom speelt deze specifieke periode en de muziek een belangrijke rol voor je? Geloof je in samenzweringstheorieën, gezien het feit dat je zinspeelt op de moord op Kennedy? Denk je dat we altijd voor de gek worden gehouden door politici?
DE METTER: “Toen ik me het personage voorstelde dat geen naam heeft behalve ‘nobody’ (ja, identiteit is een thema dat me lijkt te interesseren...) gaf ik hem een leeftijd ten tijde van zijn getuigenis in de jaren 2000, wat me een periode gaf voor zijn rekrutering in zijn jeugd. Het speelde zich dus af in de jaren 1960, wat perfect was want ik hou van die periode. Oké, misschien heb ik me een beetje laten meeslepen. Ik luister naar veel muziek uit die periode en het is een periode waar ik echt van hou. Mijn personage, een undercoveragent, realiseert zich dat hij voortdurend met de waarheid speelt en hij wordt gevraagd om behoorlijk illegale dingen te doen in naam van het goede. Dit stoort hem zodanig dat hij zijn houvast verliest. Gaandeweg gaat hij twijfelen aan de dingen die hem verteld worden en uiteindelijk betwist hij, terecht of onterecht, de versies van verschillende historische feiten.
Het is een schizofrene wereld waarin mensen kwaad doen in naam van het ‘goede’. Dit is het idee dat in het eerste seizoen werd ontwikkeld.
Paradoxale bevelen (‘wees vrij’, bijvoorbeeld) zijn gekoppeld aan schizofrenie, volgens een studie van de Palo Alto-school. Maar is het in het geval van de moord op Kennedy verkeerd om een paar twijfels te hebben? Een zeer interessant boek om te lezen over dit onderwerp is Oswald’s Tale: An American Mystery van Norman Mailer.
Het beschrijft het leven van Lee Harvey Oswald, te beginnen met alle telefoontaps (Russisch en Amerikaans) waaraan deze man lang voor de moord op Kennedy werd onderworpen. Ja, hij werd het meest in de gaten gehouden in de VS, niet in de laatste plaats omdat hij in de USSR had gewoond en de Sovjet-nationaliteit had aangevraagd nadat hij radiotelegrafist was geweest bij het Marine Corps. Een fascinerend boek met een bijna grappige conclusie.
Je geeft de hoofdpersoon vanaf het begin een mysterieus karakter, maar ondanks zijn status als moordenaar voel je als lezer vanaf het begin een zekere sympathie of in ieder geval een vorm van interesse. Opzettelijk?
DE METTER: “Ik ben geïnteresseerd in gebroken mensen. Mijn doel is om ze in hun geheel te begrijpen en ze een rechtvaardige identiteit te geven. Ik ben geen rechter en zou dat ook nooit willen zijn. Ik probeer de mens te begrijpen. Dat is ook de reden waarom ik realisme gebruik, om een nauwkeurigheid, een subtiliteit te vinden en uiteindelijk probeer ik recht te doen aan mijn personages zonder enig oordeel van mijn kant, terwijl ik de lezer zijn of haar eigen mening laat vormen. Lezers zijn vrij om stiltes en blikken te interpreteren en hun eigen mening te vormen over bepaalde personages.”
Wat deze strip geloofwaardig maakt, is ook het feit dat je verwijst naar echte gebeurtenissen zoals COINTELPRO, Northwoods, enzovoort. Waarom deze versmelting?
Wat deze strip geloofwaardig maakt, is ook het feit dat je verwijst naar echte gebeurtenissen zoals COINTELPRO, Northwoods, enzovoort. Waarom deze versmelting?
DE METTER: “Het is wat de visie van mijn personage op de wereld op zijn kop zet. Maar het geeft hem ook een licht paranoïde visie die vervormd kan worden. Het grote publiek is zich niet bewust van deze feiten, hoewel ze in de VS zijn vrijgegeven en volledig toegankelijk zijn. Ze kennen helpt ons vaak om bepaalde feiten beter te begrijpen, of om op zijn minst een minder ingewikkelde kijk op bepaalde situaties te hebben.
Maar we moeten niet in de val trappen om alles met deze feiten te verklaren, zoals mijn personage deed.”
Het eerste seizoen telt vier delen, maar was het ook vanaf het begin de bedoeling om twee seizoenen te maken? Wat is het thema van het tweede seizoen?
DE METTER: “Seizoen 2 speelt zich af in Italië tijdens de jaren 1970, de beroemde ‘Jaren van Lood’, met andere personages en een compleet ander verhaal. We volgen twee politieagenten die op zoek zijn naar een tienermeisje, de kleindochter van een rijke zakenman, dat is ontvoerd door een groep die beweert verantwoordelijk voor haar te zijn. De lezer weet echter vanaf het begin dat het meisje is ontsnapt aan haar ontvoerders.
Het verhaal volgt ook een jonge voetballer die de tweelingbroer is van de sterspeler van AS Roma. Deze twee schijnbaar ongerelateerde verhalen botsen. Het plan was toen om nog meer seizoenen te maken, en daar heb ik het materiaal ook voor, maar er gebeurden bepaalde dingen, houdingen en procedures die ik niet goedkeur, waardoor ik de samenwerking met mijn uitgever beëindigde.
Toch heb ik het tweede seizoen afgemaakt, wetende dat het mijn laatste zou zijn. Misschien volgt er later een nieuw seizoen bij iemand anders.”
Is er vanuit de filmwereld geen belangstelling voor een verfilming?
Is er vanuit de filmwereld geen belangstelling voor een verfilming? DE METTER: “Sommige regisseurs hebben me benaderd, maar het feit dat er verschillende tijdperken aan bod moeten komen, de jaren 1960, 1970 en 1980, in de VS of Italië, bleek uiteindelijk een belemmering te zijn. Hoe dan ook denk ik dat er manieren zijn om dat vrij gemakkelijk te herscheppen. Mijn decors zijn vaak vrij neutraal. Ik sta natuurlijk altijd open voor suggesties.”
Je recente werk bestaat voornamelijk uit bewerkingen van romans van Pierre Lemaitre, is daar een bepaalde reden voor?
DE METTER: “Nee. Het is gewoon dat Pierre me vroeg om zijn vierluik te bewerken en ik heb dat natuurlijk geaccepteerd. Dus na de productie van de eerste trilogie, Tot Ziens Daarboven, De Kleuren van de Brand en De Spiegel van ons Verdriet, ga ik het verhaal van de familie Pelletier bewerken. Dat begint na de oorlog en hen volgt over meerdere decennia. Ik hou van de personages van Pierre en ik ben blij dat hij mij het vertrouwen geeft om ze te verdedigen en ze ‘fysiek’ tot leven te brengen.”
Albert en Édouard hebben de Eerste Wereldoorlog overleefd. Maar daar is ook alles mee gezegd. In een samenleving die de gruwelen van de oorlog snel wil vergeten, proberen ze zo goed en zo kwaad als kan te overleven. Dat ze niet de erkenning krijgen waarop ze gehoopt hadden is één ding, maar schokkender is misschien nog wel de geslepenheid van de personages die voor alles hun eigen belang willen veilig stellen. Hartverscheurend, claustrofobisch, soms intens droevig, maar ook spannend en bijzonder origineel gebracht. Graphic novel naar het indrukwekkende boek van Pierre Lemaitre, prachtig in beeld gebracht door Christian De Metter.
Het vervolg op Tot ziens daarboven Februari 1927. Heel Parijs is aanwezig bij de begrafenis van Marcel Péricourt. Zijn dochter, Madeleine, moet leiding gaan geven aan het financiële imperium dat zij geërfd heeft, maar het lot beschikt anders. Zijn zoon, Paul, zal Madeleine, door een onverwachte en tragische daad, op een pad brengen dat leidt naar bankroet en vernedering. Geconfronteerd met de tegenwerking van mannen, met de hebzucht van haar tijdsgewricht, met de corruptie van haar omgeving en met de ambitie van de haar omringenden moet Madeleine al haar intelligentie en energie, maar ook het nodige Machiavellisme gebruiken om te overleven en haar bestaan weer op te bouwen.
Wat zou je als auteur willen bereiken dat je nog niet hebt gedaan en wat kunnen we in de nabije toekomst van je verwachten?
DE METTER: “Ik heb een project waar ik al meer dan tien jaar aan werk en dat ik op een dag hoop te kunnen uitvoeren. Het is niet eenvoudig om uit te voeren en er zijn verschillende media bij betrokken. Maar er wachten nog veel meer verhalen in mijn computer. Ik weet niet welke uiteindelijk naar voren zal komen. Wie weet wel een komedie.”
We wensen je in ieder geval veel succes en zijn ervan overtuigd dat de serie Nobody in België en Nederland in de smaak zal vallen.
DE METTER: “Bedankt.”
Dit interview is tevens gedrukt op een gelimiteerd aantal exemplaren van 150 en kan aangekocht worden bij stripweb.