Interview Teresa Valero
De in 1969 in Madrid geboren Teresa Valero start haar professionele carrière in de tekenfilmbusiness. Met enkele vrienden en collega’s, onder wie haar echtgenoot, Blacksad-scenarist Juan Díaz Canales, richt ze zelf een tekenfilmstudio op. In 2007 begint ze strips te schrijven, eerst nog voor tekenaar Juanjo Guarnido, daarna voor anderen en uiteindelijk voor zichzelf. In 2021 publiceert ze bij Dupuis het eerste deel van Contrapaso, nu vertaald door Lauwert Uitgeverij. Dit sombere detectiveverhaal speelt zich af in het Spanje van dictator Franco, een periode waarvoor Valero zich uitgebreid heeft gedocumenteerd.
Ze wil er niet alleen een onderhoudend verhaal mee vertellen, maar de lezers ook wat bijbrengen. En of ze daarin is geslaagd! Een gesprek over haar drijfveren, bedoelingen en de keuzes die ze daarbij maakte.
Als ik kijk naar uw opleiding en het begin van uw carrière, vraag ik me af wat u zou geantwoord hebben, mocht ik u op uw twintigste gevraagd hebben wat u zou willen doen? Zou dat dan overeenkomen met wat u nu doet?
VALERO: “Ik denk van wel, want alles wat ik in mijn carrière heb gedaan, op tekenfilmgebied en op andere gebieden, heeft me onverbiddelijk geleid naar wat ik altijd al heb wil- len doen en naar wat ik nu doe: mijn eigen verhalen vertellen door te tekenen. Strips zijn het ideale medium om dit te doen, om- dat je je eigen verhalen kunt maken met weinig financiële investeringen, met alleen je eigen ideeën en artistieke middelen. Als je verhalen wilt vertellen, is het onmogelijk om alle mogelijkheden die strips bieden te weerstaan. Het is het perfecte ecosysteem.”
De in 1969 in Madrid geboren Teresa Valero start haar professionele carrière in de tekenfilmbusiness. Met enkele vrienden en collega’s, onder wie haar echtgenoot, Blacksad-scenarist Juan Díaz Canales, richt ze zelf een tekenfilmstudio op. In 2007 begint ze strips te schrijven, eerst nog voor tekenaar Juanjo Guarnido, daarna voor anderen en uiteindelijk voor zichzelf. In 2021 publiceert ze bij Dupuis het eerste deel van Contrapaso, nu vertaald door Lauwert Uitgeverij. Dit sombere detectiveverhaal speelt zich af in het Spanje van dictator Franco, een periode waarvoor Valero zich uitgebreid heeft gedocumenteerd.
Ze wil er niet alleen een onderhoudend verhaal mee vertellen, maar de lezers ook wat bijbrengen. En of ze daarin is geslaagd! Een gesprek over haar drijfveren, bedoelingen en de keuzes die ze daarbij maakte.
Ze zeggen dat toeval niet bestaat, maar in uw geval lijkt het een rol te hebben gespeeld.
U ontmoete Juanjo Guarnido en Juan Díaz Canales, die toen nog relatief onbekend waren, en van daaruit werd u geïntroduceerd in de stripwereld. Waren deze ontmoetingen uw toegangspoort tot de stripwereld of had u al een bepaalde affiniteit met dit universum?
VALERO: “Ik ben ervan overtuigd dat geluk bestaat en dat het een fundamentele rol heeft gespeeld in mijn leven. Het was dank- zij geluk dat ik mijn eerste baan kreeg als productiesecretaresse bij een stripstudio. Daarna greep ik die kans natuurlijk met beide handen aan en besloot ik die administratieve baan op te geven om bij het artistieke team te gaan werken. Enige tijd later deelde ik het team van een andere studio met Juan en Juanjo, met wie ik, naast een grote vriendschap en genegenheid, onmiddellijk werd verenigd door een passie voor tekenen en een verlangen om te leren.
Ik ben altijd een fervent striplezer geweest, maar om de een of andere reden gaf ik strips op toen ik een tiener was en begon ik alleen literatuur te lezen. Toen ik met Juanjo, Juan en andere tekenfilmcollega’s begon te werken, lieten ze me kennismaken met volwassen strips: Franco-Belgische, Amerikaanse klassiekers,... er circuleerden altijd veel strips in de studio, die we deelden en becommentarieerden. Dat hielp ons te groeien als tekenaars.”
Vroeger werkte u voornamelijk in tekenfilmstudio’s en u hebt er zelfs een opgericht. Is er een verband tussen het werken in een studio en de stripwereld? Bent je nog steeds actief in de tekenfilmstudio?
VALEREO: “Ja, ik heb meer dan dertig jaar in verschillende tekenfilmstudio’s gewerkt.
Van 1996 tot 2006 werkte ik bij Tridente Animación, een studio waarvan ik een van de oprichters was, samen met Juan Díaz Canales en twee andere vrienden. Het was de meest intense en leukste periode van ons leven.
In de studio was er veel liefde voor strips en velen van ons wilden al proberen om eigen verhalen via dit medium te vertellen.
Juan was een van de eersten die het probeerde en het succes van Blacksad motiveerde de rest van ons. Montse Martín, Raúl Arnáiz, Gabor en uiteindelijk ikzelf waagden ook de sprong zodra we de kans kregen. We combineerden vaak ons werk aan tekenfilmreeksen en -films met onze eigen strips.
Na 2007 gaven Juan en ik tekenfilms geleidelijk op om ons te concentreren op het maken van onze eigen strips, wat ons meer vrijheid en voldoening gaf als tekenaars.
U begon in de stripwereld vooral als scenarist. Was dat meer uw vakgebied dan tekenen, of was er meer vraag naar? Uw eerste strip, de reeks Tovenarij met Guarnido, is vooral gericht op jongeren en zit vol fantasie. Waar kwam het idee hiervoor vandaan? Hoe hebt u Guarnido kunnen overtuigen om Blacksad in de ijskast te zetten om deze reeks te tekenen?
VALERO: “Het feit dat ik mijn carrière in de stripwereld ben begonnen als scenarist was meer een probleem van timing dan van strategie. In 2002 kreeg ik mijn eerste dochter en in 2007 had ik al de drie kinderen die ik nu heb. Ik nam een semi-sabbatical periode omdat ik van ze wilde genieten toen ze nog klein waren, en ik kon me niet voorstel- len om een volledig album te maken. Maar ik kon wel scenario’s schrijven voor andere artiesten. En dat heb ik gedaan.
Bij Tovenarij stelde Juanjo me voor om een verhaal voor kinderen te schrijven, omdat hij in die tijd, net als wij, kleine kinderen had en een strip wilde maken die zij konden lezen. Juan had op dat moment geen verhalen voor kinderen, maar ik had Tovenarij ontwikkeld toen Tridente nog open was, met de gedachte om een tekenfilmreeks te maken die we nooit hebben geproduceerd. Ik legde het idee aan Juanjo voor. Hij vind het erg goed, dus begon ik het scenario voor hem te schrijven.
Ik herinner me dat ik het verhaal schreef als iets ongelooflijk grappigs, met een vloeiendheid die ik sindsdien nooit meer heb meegemaakt. Ik stuurde het naar Juanjo en hij liet een enthousiast bericht achter op mijn antwoordapparaat, waarop hij zei dat hij in lachen was uitgebarsten toen hij het las.
En zo is het allemaal begonnen. We hadden allebei veel plezier bij het maken van de drie delen van Tovenarij...”
Contrapaso is uw eerste solowerk. Waarom hebt u zo lang gewacht met het tekenen van een stripverhaal?
“Ik heb drie kinderen gehad en die namen de tijd om op te groeien. (lacht) Lange tijd had ik geen tijd of energie om zo’n ambitieus project als Contrapaso aan te pakken. Maar ik bereidde mezelf voor door te lezen en te studeren. Toen de tijd rijp was, stortte ik me erop.”
De tekeningen in Contrapaso zijn bijzonder gedetailleerd. Deze verfijnde stijl en uw pagina-indelingen maken de strip bijzonder intens. U neemt waarschijnlijk veel tijd voor een pagina of een album. Storen uitgevers zich daar niet aan?
VALERO: “Na een lange tijd niet getekend te hebben en na een lange carrière in de tekenfilmsector, had ik het gevoel dat ik geen eigen uitgesproken, kenmerkende tekenstijl had en ik wist niet echt hoe ik Contrapaso grafisch moest aanpakken.
Ik herinnerde me dat Alberto Breccia altijd zei dat je in werkelijkheid vaak je stijl moet veranderen en je tekenwerk moet aanpassen aan de kenmerken van het verhaal dat je wilt vertellen.
Contrapaso was een donker, semi-realistisch verhaal, een beetje somber en triest, maar met veel ironische en humoristische momenten.
Het leek me dat de stijl die er het meest geschikt voor was dicht aanleunde bij de klassieke strips van Guarnido, Enrico Marini, Ana Miralles, Alex Alice, Jean-Pierre Gibrat... en dat de dramatische en verhalende kleur die zij produceren, waarin fundamenteel belang wordt gehecht aan licht, de lezer zou helpen om in het verhaal te stappen en in de bijzondere sfeer van Madrid in de zware jaren van de dictatuur. Dus probeerde ik mijn eigen stem te vinden binnen deze codes.
De constructie van elke pagina vereist inderdaad nauwgezet en langdurig documentatiewerk, zowel om het verhaal realistisch en eerlijk te vertellen, als om elk beeld op een plausibele manier te creëren. Gelukkig heb ik de beste uitgevers ter wereld en ze zetten me niet onder druk, ook al weet ik dat ze de albums liever over twee jaar dan over vier jaar hebben.
De albums zijn ook wel dik en dat heeft het voordeel dat het helpt om een complex en rijk verhaal te creëren, maar het betekent ook dat de productie niet snel gaat. Omdat elk album een one-shot is, met een onderzoek dat begint en eindigt, denk ik wel dat lezers zich niet al te gefrustreerd voelen over het moeten wachten op het volgende. Er zijn namelijk geen onbeantwoorde vragen na het dichtklappen van het album.”
Uw inkleuring is ook van belang. Alleen al de felrode cover lijkt een specifiek doel te hebben.
VALERO :“Voor het eerste deel heb ik de inkleuring verzorgd. Voor het tweede album, dat nog langer en complexer is, helpen Juan en mijn dochter me met de basiskleuren, zodat het werk wat sneller gaat. Het voordeel van met hen werken, is dat we allemaal naast elkaar staan en het over elke beslissing eens kunnen zijn.
Voor mij is kleur een fundamenteel element van het verhaal. Het kleurenpalet van elke scène helpt om het verhaal te vertellen en om de lezer psychologisch dichter bij de omgeving en de gevoelens van de personages te brengen. Ik denk dat het een zeer krachtig wapen is om de leeservaring te verrijken en lezers een intens gevoel van ontroering te geven.”
De titel is ook opvallend.
“In de jaren van Franco’s dictatuur in Spanje was elke vorm van oppositie, kritiek of parallelle versies van het officiële discours van het regime verboden in alle aspecten van het leven, of het nu politiek, alledaags, religieus of moreel was... Ik vond de betekenis van het woord ‘Contrapaso’ erg mooi als een stem die, terwijl de hoofdstemmen van het koor de hoofdtekst luider zingen, een alternatieve tekst zingt met een lagere toonhoogte. Daarnaast heeft het ook de betekenis die uit De Goddelijke Komedie van Dante Alighieri komt: een manier om recht te spreken. Het was ook een ongelooflijk mooi klinkend woord, dus ik aarzelde niet om het als titel te nemen.”
Het verhaal speelt zich af in Spanje tijdens de naoorlogse periode in de jaren 1950, een periode, waar ik persoonlijk minder van weet. Wat moet de lezer weten over deze Spaanse periode om het verhaal beter te begrijpen?
“Terwijl het fascisme in heel Europa werd verslagen en Hitler en Mussolini vielen, zegevierde Franco in Spanje en vestigde hij een dictatuur die veertig jaar duurde. Toen het fascisme na de Tweede Wereldoorlog was verslagen, verzachtte het regime van Franco al snel de ideologie die aan de basis lag van zijn regeringen. Hij zocht de steun van de liberale democratieën, die zijn dictatuur uiteindelijk accepteerden als een sterke bondgenoot tegen het communistische blok. Op deze manier werd de dictatuur internationale aanvaard en moesten aanhangers van de republiek in ballingschap gaan of in Spanje blijven, waar ze de prijs betaalden van onderdrukking, moeten zwijgen en waar ze lange tijd als tweederangsburgers werden behandeld.
Het regime had zeer strenge censuurwetten en controleerde de pers, radio en film. Het was ook verboden om verenigingen op te richten, te vergaderen, vrij te publiceren, enzovoort. De morele normen waren ook erg streng en veel van de rechten die onder de republiek waren verworven (burgerlijk huwelijk, echtscheiding, godsdienstvrijheid, vrouwenrechten, enzovoort) verdwenen met de komst van de dictatuur.
In die context probeerde ik een thriller te maken waarin niet de misdaad of de misdadiger het belangrijkste was, maar hoe te leven in een land waar je je fundamentele rechten niet kunt uitoefenen. In een Europa waar men uit een algemene frustratie soms roept om ‘iemand die met een ijzeren vuist’ regeert, wilde ik het leven laten zien van de generatie van mijn ouders, die leefden onder een regime dat alles controleerde.”
Het verhaal zelf is doorspekt met historische feiten en laat verschillende meningen doorschemeren zonder echt partij te kiezen.
“De burgeroorlog en de veertig jaar dictatuur die daarop volgden, hebben een diepe wond in de Spaanse samenleving achtergelaten die zelfs vandaag, na nog eens veertig jaar democratie, nog steeds rauw is en veel pijn veroorzaakt. Tegenwoordig is de samenleving in mijn land vreselijk gepolariseerd en zijn er maar weinig pogingen om samen te werken aan tegemoetkomingen voor de slachtoffers en om een land op te bouwen waarin iedereen zich een deel van kan voelen. Dat is vreselijk frustrerend.
Een van de doelen die ik me had gesteld bij het schrijven van dit verhaal, behalve dat ik vooral nieuwe generaties wilde laten zien hoe het leven is als je niet kunt kiezen wie er over je regeert, was om te proberen twee personages samen te brengen die behoren tot wat nu bekend staat als ‘de twee Spanjes’, die eeuwig onverzoenlijk lijken. Tachtig jaar geleden wilde de ene helft van Spanje van de andere helft af en dat creëerde een hel waaruit we nog steeds niet zijn ontwaakt. Ik zou graag denken dat er vreedzame manieren zijn om een land op te bouwen waarin mensen die anders denken hun tegenstanders niet hoeven te haten, niet hoeven te willen vernietigen, maar een gemeenschappelijke basis kunnen vinden waar ze samen kunnen leven.”
Ik vroeg me af welk teken Sanz op zijn jas draagt en wat de gewoonte is in de bar met de garnalen?
“Het insigne dat Sanz op zijn revers draagt is van de Falangisten, de Spaanse fascistische partij opgericht door José Antonio Primo de Rivera, net als de Italiaanse Zwarthemden of de Duitse nazipartij. Haar ideologie was totalitair, ultra-conservatief, nationalistisch, imperialistisch en katholiek. En hoewel ze oorspronkelijk een sociale revolutie verkondigde, waarin de staat de arbeidersklasse zou beschermen en sociale rechtvaardigheid zou nastreven, hield ze in de praktijk de kapitalistische economie en ongelijke klassenstructuur in stand.
De garnalenschalen die op de grond liggen, is een oude, enigszins walgelijke, Madrileense (of zelfs Spaanse) gewoonte. Hoewel er vuilnisbakken in de bars stonden, gooide iedereen vroeger zijn afval op de grond. Dit was vooral verrassend in een oude bar in het centrum van Madrid, waar garnalen de specialiteit waren. De vloer was helemaal bedekt met garnalenkoppen en-schalen. Maar de klanten leken het niet erg te vinden en waren erg blij met hun wijn en tapas.” (lacht)
Je kunt aan de strip zien dat het verhaal heel goed is onderzocht en gebaseerd, dus het is niet verrassend dat u er vier jaar aan hebt besteed. Welk onderzoekswerk hebt u uitgevoerd op het gebied van geschiedenis, architectuur, geneeskunde, enzovoort?
Het is niet alleen een stripverhaal, maar ook een waar educatief album met een detectiveverhaal. Was dat de oorspronkelijke bedoeling?
“Wat me eigenlijk het meest interesseerde toen ik besloot dit verhaal te maken was om me te verdiepen in de wereld van de dictatuur. Hoe leefden de mensen? Hoe hielden ze van elkaar? Hoe was de cultuur? Hoe werkte het clandestiene circuit? Door een donkere roman te schrijven met humor en personages vol menselijke deugden en fouten kon ik al deze informatie structureren rond een plot en een onderzoek, zodat het geheel interessant en onderhoudend was, en zodat alle informatie op een natuurlijke manier vloeide, zonder dat het leek op een didactische tekst of een zwaar essay.
Om het album goed te documenteren heb ik veel gelezen, bijna alle Spaanse films uit die tijd bekeken en vooral veel interviews gehouden met journalisten, politieagenten, artsen, enzovoort. Sommigen van hen had- den deze periode meegemaakt en vertelden me fascinerende verhalen uit de eerste bron. Ik denk dat deze ontmoetingen me diepgaand hebben veranderd.
Ik vond het heel belangrijk dat de achtergrond van het verhaal heel realistisch en goed gedocumenteerd was, omdat ik me vaak schuldig voelde dat ik fictie maakte van een episode in de geschiedenis die zoveel leed heeft veroorzaakt en nog steeds veroorzaakt onder de mensen van mijn land. Daarom wilde ik dat het ‘echte’ deel van het verhaal ernstig en eerlijk zou zijn. En ook omdat ik vooral een jonger publiek wilde bereiken door hen objectief te laten zien wat er kan gebeuren als we onze onvolmaakte democratieën opgeven en de macht in handen geven van totalitaire figuren.”
Waar komt het idee van eugenetica vandaan, een thema dat volgens mij nog niet veel is gebruikt in de stripwereld?
“Eugenetica ontstond aan het einde van de negentiende eeuw, na de opkomst van het sociaal-darwinisme. Het was een denkschool die beweerde dat intelligentie en fysieke uitmuntendheid erfelijk waren en die probeerde de menselijke soort te verbeteren door de controle en manipulatie van individuen, ofwel door de voortplanting van de ‘besten’ aan te moedigen of door te proberen de voortplanting van de ‘slechtsten’ te voorkomen.
Aanvankelijk werd het met enthousiasme verwelkomd en gezien als iets positiefs dat de mens grote voordelen zou bieden, zoals het uitroeien van ziekten en de algemene
verbetering van specimen, zowel fysiek als intellectueel. Tussen de jaren 1920 en 1940 bereikten deze ideeën een hoogtepunt en werden ze overgenomen door de nazi’s, waardoor ze tot de nachtmerrieachtige extremen leidden waarmee we allemaal bekend zijn.
Dokter Antonio Vallejo-Nájera, directeur van het Bureau voor Psychologisch Onderzoek onder het regime van Franco, had gestudeerd in het nazi-socialistische Berlijn en was gefascineerd door ideeën over het gewicht van erfelijkheid. Hij probeerde te bewijzen dat linkse mensen links waren omdat ze erfelijk dom waren, en dat mooie en uitstekende mensen altijd rechts waren.”
Ik was blij Juan Díaz Canales te horen zeggen dat er een tweede deel volgt. Verzamelde u daarvoor net zoveel documentatie?
“Het tweede deel van Contrapaso, dat het verhaal vertelt van filmcensuur en speculatie met onroerend goed onder het regime van Franco, is al ver gevorderd en zal begin 2025 verschijnen.
Ja, het documentatiewerk voor dit nieuwe album is enorm geweest, heel intens. Maar de waarheid is dat de ideeën die uit deze documentatie naar voren komen sensationeel zijn, moeilijk te geloven vanuit ons huidige standpunt. De stad Madrid was in die tijd een plek met extreem sterke contrasten tussen rijkdom en armoede, licht en duisternis, vreugde en verdriet. De documentatie daarover is verre van uitgeput. Het is een bron van avontuur en vormen suggestieve, enorm krachtige beelden.”
De strip kun je drie keer anders lezen. Ten eerste om de prachtige tekeningen prent voor prent te bewonderen en nieuwe en interessante feiten te ontdekken in de details, waar ik geen genoeg van krijg. Ten tweede om het verhaal van de detective en het sociaal-culturele aspect van de mensheid in die periode in Spanje te ontdekken. En ten derde als historisch interessant feit over de Spaanse cultuur en de naoorlogse periode. Ik ben erg blij met dit album en hoop dat de enorme hoeveelheid werk die u hebt verzet om dit verhaal naar de lezers te brengen, zijn weg zal vinden en de lezers net zo zal boeien als het mij heeft geboeid.
“Heel erg bedankt allemaal. Het is altijd mijn bedoeling geweest om een strip te maken die je steeds opnieuw kunt lezen, waarbij je steeds nieuwe aspecten ontdekt. Eerlijk gezegd had ik me nooit het succes bij pers en publiek kunnen voorstellen dat Contrapaso in Frankrijk en Spanje heeft ontvangen, of de emotionele connectie die de personages maken met de lezers. Het is een grote voldoening voor mij geweest. Ik hoop dat het Nederlandstalige publiek het ook aangenaam zal vinden om het te lezen en een zeer dramatische en weinig bekende periode in de Europese geschiedenis te ontdekken. Bedankt voor alles.”
Dit interview werd gedrukt op slecht 99 ex en zit gratis bij de stripwebversie van deze strip samen met twee ex librissen. De afbeelding hierboven is één van de twee ex librissen.
Je kan dit interview ook gedrukt aankopen op onze website.