Larcenet over De Weg
Larcenet over De Weg: “Ik was bang dat ik het tekenen niet lang zou volhouden”
Voor zijn in 2006 geschreven roman The Road/De Weg kreeg McCarthy de Pulitzer Prize. Het boek werd drie jaar later verfilmd. Het vertelt de barre tocht van een vader en zijn zoon in een postapocalyptische wereld die nog enkel bestaat uit as en lijken. Het is ijzig koud, het regent, sneeuwt, bendes kannibalen liggen op de loer en er is nauwelijks eetbaar voedsel. Overleven is zelfs geen hoopvolle optie meer.
Apocalyptisch
Manu Larcenet, stripauteur par excellence, heeft het boek nu meesterlijk tot een stripalbum verwerkt, wreed maar ook vol schoonheid. Larcenet beschikt over een aantal stijlen. Dat toont zijn uitgebreide oeuvre aan – van Donjon parade, over Blast, Groepstherapie, De dagelijkse worsteling tot Het verslag van Brodeck. Voor De Weg koos hij voor rauw realisme.
Maar maandenlang bezig zijn om een boek als De Weg in beelden te gieten, dat is toch geen evidentie?
Larcenet:
Nee, natuurlijk niet, want De Weg bestaat eigenlijk uit een levenloos universum, apocalyptische landschappen, kapotgeslagen, vuil, smerig, vol dode lichamen. Een omgeving zonder natuur, zonder bladeren, zonder dieren. Ik was bang dat ik het tekenen niet lang zou kunnen volhouden, verstikt zou worden door de kilte. Maar het was de alomtegenwoordige as die alles veranderde, het decor aankleedde, het kleurde, het transformeerde. Ik moest ook de uitdaging aangaan om een boek met weinig actie en dialoog om te zetten in beelden. Als Cormac McCarthy een landschap beschrijft op een kwart bladzijde, had ik soms drie of vier pagina’s nodig om hetzelfde gevoel over te brengen. Het is een boek vol stiltes. En de tekeningen moeten interessant genoeg zijn om de lezer aan het lezen te houden zonder dat er per se woorden bij hoeven.
Ik wil dat lezers mijn tekeningen lezen als een tekst, als een manier om de stiltes in de roman te illustreren. Er is geen verhaal of haast geen dialoog, het zijn de tekeningen die het verhaal vertellen. De grafische vormgeving en de esthetiek moeten de lezer vasthouden.
Veertien tinten grijs
Kon je zelf makkelijk kiezen in welke stijl je de adaptatie van het boek wou tekenen?
Larcenet:
Ja, de grafische stijl was eigenlijk vanaf het begin duidelijk. Het moest een klassieke tekening worden, ver van karikaturen. Ik had ook resoluut gekozen voor zwart-wit, maar dat bleek erg gewelddadig, te binair. Toen herinnerde ik me mijn lessen aan de Olivier-de-Serres-school en mijn ontdekking van gekleurde grijstinten: een manier om de tekening te verzachten zonder ze te vervormen, een heel spaarzaam gebruik van kleur.
Ik heb het verhaal zelf ingekleurd en ik denk dat ik veertien tinten grijs heb gebruikt (misschien ga ik daar ooit een roman over schrijven!) en ik heb enkele van de mooiste pagina’s in het album te danken aan deze verschillende tinten grijs.
Met De Weg keer je terug naar de hopeloze wereld, vol duisternis, kou en hardheid die je al heb geïllustreerd in de serie Blast of in je bewerking van Philippe Claudels roman Het verslag van Brodeck. Wat trok je nog meer aan in McCarthy’s roman?
Ik ben erg gevoelig voor het langzame tempo en de afwezigheid van Hollywood-actiescènes. Er is geen klassieke verhaallijn, maar eerder een opeenvolging van scènes, waarvan sommige heel contemplatief zijn. De scènes volgen elkaar haast organisch op en reiken naar de volgende. Het verhaal beweegt zich voort op een min of meer impressionistische manier. De sfeer en het landschap binden de scènes en houden alles bij elkaar.
Sempé
Je McCarthy’s verhaal zo getrouw mogelijk weergeven, maar is een adaptatie niet altijd een beetje een verraad aan de originele versie?
Ik denk dat ik volledig trouw ben gebleven aan de roman en de auteur. Ik heb Cormac McCarthy nooit ontmoet, maar ik deel zeker veel van zijn visies. Natuurlijk is tekenen een andere taal dan schrijven en daar moest ik me bij neerleggen. Er worden bijvoorbeeld heel weinig blikken uitgewisseld in de roman. Omdat de twee personages constant verdergaan, omdat ze niet veel praten, omdat er as is, omdat ze
gemaskerd zijn … het maakt niet uit. Ik vond het belangrijk om hun blikken te gebruiken om de sterke band tussen vader en zoon over te brengen, en de emotie die daarvan uitgaat.
Op dezelfde manier heb ik, in deze levenloze wereld, ook een manier gevonden om er wat dieren in te stoppen, zonder het verhaal te verpesten, zoals de lezer zal merken. En de vogels die ik afbeeld zijn voor mij een gelegenheid om hulde te brengen aan Sempé, een virtuoze tekenaar die me deed inzien dat het niet nodig is om alles te tekenen, dat de tekening, of het begin ervan, volstaat om veel te suggereren … Maar in tegenstelling tot Sempé ben ik geen virtuoos. Voor mij is elke tekening een opgave, ik word gedwongen om te werken. In feite vond ik het slot van dit album erg moeilijk, verstikkend en pijnlijk. Soms werkte ik een hele dag aan een prentje van ongeveer vijf vierkante centimeter. Soms verdwaalde ik in de meedogenloze wereld die ik had herschapen.
Spijt
Welk gevoel heerst er nu, na dit werk, waarin je ongetwijfeld diep in jezelf hebt moeten graven?
Spijt dat ik dit album niet aan Cormac McCarthy zelf heb kunnen overhandigen (n.v.d.r. de auteur overleed vorig jaar). Ik heb meer gedaan dan enkel De Weg gelezen. Het boek was twee jaar lang elke dag – en vaak ook ‘s nachts – mijn gezel. Ik hoop dat ik McCarthy begrepen heb zoals hij dat gewild
zou hebben. Hij heeft wel mijn eerste tekeningen gezien, maar hij verliet ons helaas voor het album af was. Ook al was hij een wat teruggetrokken schrijver, ik had graag zijn mening gehoord, met
hem gepraat. Zijn dood laat me achter met een onaf gevoel. En ik kan alleen maar hopen dat mijn stripalbum zal worden ontvangen als een eerbetoon aan een groot schrijver.
De Weg
De apocalyps heeft plaatsgevonden. De wereld is verwoest, bezaaid met assen en kadavers. Een vader dwaalt met zijn kind over de weg, ze duwen een karretje vol zonderlinge voorwerpen. Door de regen, de sneeuw en de koude trekken ze naar de zuidkust, wat er van de mensheid overblijft, wordt geteisterd door kannibalen. Zullen ze hun zwerftocht overleven?
©standaarduitgeverij