Carlos Puerta (Madrid, 7 april 1965) is een van die zeldzame personen die met een aangeboren talent voor schilderen zijn geboren. Vanaf het begin van zijn carrière bleek hij een opmerkelijk vermogen te hebben om de wereld om hem heen op een unieke en kleurrijke manier te interpreteren.
Na een anonieme start als illustrator en medewerker bij verschillende reclamebureaus, ontmoette hij eind jaren tachtig de redacteur Josep Toutain. Deze ontmoeting leidde ertoe dat Puerta besloot om zijn carrière voort te zetten als illustrator en striptekenaar. Zijn uitstekende schilder- en kleurtalent richtte zich op de stijl van Amerikaanse illustratoren uit het begin van de 20e eeuw, wat de thematiek bepaalde waarin hij zich wilde verdiepen. Zo begon hij samen met Lorenzo F. Díaz de serie Creepy Los archivos de Hazel Loch in 1991.
Tegelijkertijd werkte Puerta aan diverse boekomslagen en illustraties, waaronder die voor het boek Cuentos de lo sobrenatural van Charles Dickens, uitgegeven door Anaya in de collectie Tus libros. Zijn volgende stripwerk was een opdracht van Ed. Planeta deAgostini voor hun verdwenen lijn Línea Laberinto, getiteld Aeróstatas. Ediciones B stond op het punt dit werk te publiceren in hun tijdschrift Top Comics, maar koos uiteindelijk voor een heel ander project, getiteld Niemandsland (1995). Dit album werd gepubliceerd in Duitsland, Frankrijk en Nederland bij uitgeverij Prestige en verscheen in afleveringen in het tijdschrift Heavy Metal.
Ondertussen bleef Puerta werken als illustrator en storyboardartiest voor verschillende bureaus en maakte illustraties voor klassiekers zoals Dick Turpin, Het Jungleboek en De laatste der Mohikanen. In 1996 illustreerde hij de avonturen van Kapitein Alatriste, een creatie van de romanschrijver Arturo Pérez Reverte. Dat jaar begon hij ook met sporadische samenwerkingen met de pers, waaronder het illustreren van covers voor de bijlage Mini mundo van de krant El Mundo en het creëren van het personage Eustaquio Fariñas, wiens verhalen vanaf 1998 verschenen in de bijlage Blanco y Negro Guay van de krant ABC.
In 2001 begon Puerta aan Het huis in Pollack Street voor de Europese markt, een verhaal over gangsters, yakuzas en spookhuizen in het Amerika van de jaren vijftig. Dit album kende een enigszins 'bewogen' productie vanwege een verhuizing, zijn huwelijk en een ernstig auto-ongeluk in de zomer van dat jaar, waardoor hij bijna een jaar buiten werking was. In 2003 werkte hij samen met verschillende uitgevers en voltooide hij Het huis in Pollack Street, dat in de zomer van 2004 werd gepubliceerd in de VS, Frankrijk, Nederland terug bij Prestige en Duitsland. Eind 2003 begon hij samen met Lorenzo F. Díaz aan de serie El perdición voor de uitgeverij Glenat Benelux, een piratenserie die zich afspeelt in de 17e eeuw.
In 2006 tekende Puerta een contract bij Robert-Laffont voor een serie getiteld Adamson, met scenarioschrijver Pierre Veys. Na de publicatie van het eerste deel werd de serie overgenomen door Ed. Delcourt. Tot op heden zijn er drie delen gepubliceerd: Opération Spitzberg, Dans L’œil Du Cauchemar en Über Alles. Deze werden nog steeds niet vertaald in het Nederlands.
In 2009 begon zijn samenwerking met Zéphyr Editions, waar hij meewerkte aan twee collectieve albums getiteld Emergency, met de verhalen Sous les tilleuls en Brumowsky, eveneens met Pierre Veys als scenarist. In 2011 startte hij met dezelfde uitgeverij en scenarist de serie De Rode Baron, waarvan drie delen zijn gepubliceerd in het Nederlands bij uitgeverij Dupuis:Tussen de kogels door, Bloedregen, Donjons en draken. De Rode Baron is in negen landen gepubliceerd, waaronder Frankrijk, Engeland, Duitsland, Italië, Spanje, Nederland en België bij Dupuis, Kroatië, Zweden en Denemarken.
Daarna werkte Puerta aan de tweedelige serie Jules Verne et l’astrolabe d’uranie, met scenarist Esther Gil voor Ankama Editions.
Daarnaast begon hij ook een nieuw project, Wees Vervloekt, een driedelige serie met Philippe Pélaez als scenarist, waarin Puerta drie verschillende periodes in de geschiedenis tekent en schildert. Deze reeks wordt vertaald in 2024 door Arboris. Inhoud van deel 1 Zaroff: Een spannende klopjacht vindt plaats in de donkere onderwereld van Londen, waar primaire instincten vrij spel hebben. Graaf Zaroff, die zijn dierlijke kant beheerst en koestert, geniet van de macht die hij voelt. Maar dit is slechts een onderdeel van zijn grotere plan: wraak nemen op de afstammelingen van degenen die 150 jaar geleden zijn voorouder hebben gedood en een vloek over zijn familie hebben uitgesproken. Zaroff's partner, dokter Moreau, speelt voor God en draagt bij met gruwelijke experimenten.
In 2024 keert Puerta terug met de nieuwe avonturen van Bruce J. Hawker. Een niet evidente keuze, maar de kleuren en bijna fotografische schilderijen zullen voor velen een ontdekking zijn. Het scenario is in ieder geval zeer goed geschreven en hopelijk is het publiek dat de tekeningen van Vance gewend was bereid om zich open te stellen voor deze nieuwe tekenstijl die toch wel heel nauw aansluit bij de zeevaartsfeer uit deze periode in de geschiedenis.
Carlos Puerta is een kunstenaar wiens visuele stijl een onuitwisbare indruk achterlaat. Zijn schilderijen onderscheiden zich door hun unieke esthetiek en dragen bij aan de kracht van het verhaal. Elke tekening kan op zichzelf als een kunstwerk worden beschouwd zonder het verhaaltempo te onderbreken. Zijn strips hebben een realistische grafische stijl, waarbij kleuren soms lijken te vervagen zoals foto's die beweging vastleggen. Hij streeft naar realisme in zijn werk, waarbij elementen zoals licht en atmosfeer dienen als narratieve instrumenten. Zijn perfectionisme en aandacht voor licht maken zijn werk bijzonder. Licht begrijpen en correct weergeven is cruciaal, omdat het bijdraagt aan de geloofwaardigheid van de schaduwen, plooien en kleurenschema's in zijn schilderijen.
Wij zijn in ieder geval fan en zijn zeer verheugd dat de reeks Bruce J. Hawker van Vance op die manier terug onder de aandacht komt. Daarbij hebben we deze mooie ex libris gelimiteerd op 150 exemplaren (50 voor de hardcover en 100 voor de softcover) voorzien van een drukstempel en genummerd. In de bijlage vind je een zwart-wit uitgave die je al een idee geeft van de tekenstijl.