Skip to main content

De Marsupilami’s keren terug — maar anders dan ooit

geschreven door Stripweb
12 oktober, 2025

marsus-1025-ptitmarsus-stripweb

©dupuis-spirou-marsupilamis-goum-2025

Achter de schermen van de nieuwe animatieserie én in het hoofd van hun gekste makers

Ergens tussen jungle en stad, tussen nostalgie en hightech, springen drie nieuwe Marsupilami’s in het rond.
Hope, Twister en Punch — drie pluizige ballen energie — zijn de sterren van de gloednieuwe animatieserie Les Marsupilamis, dit najaar op RTBF en Gulli.
Het project brengt de geest van Franquin terug naar het scherm, maar in een modern jasje vol kleur, ritme en 3D-magie.

Wij doken in het creatieve brein achter deze beestige productie: van de speelse chaos van tekenaar Goum, over de gedreven visie van regisseur Célestine Jacquel-Plays, tot de bijna wetenschappelijke precisie van animatiedirecteur Thomas Salas.


🧠 Goum: chaos met stijl

In het atelier van Goum lijkt het alsof iemand een speelgoedwinkel heeft laten ontploffen. Overal liggen maskers, schetsboeken, spiegels en plastic beestjes. “Mijn bureau lijkt op dat van een kind van vier en een half,” lacht hij, “maar dat zegt meer over mijn passie dan over mijn mentale leeftijd.”

Hij ontwierp mee aan het nieuwe design van de Marsupilami’s en tekent met een mengeling van spontaniteit en vakmanschap.
Voor hem zijn Hope, Twister en Punch geen simpele varianten van Franquins klassieker, maar “verre neefjes” met hun eigen identiteit.
Zijn aanpak: humor, ritme en een vleugje mysterie.

marsu-stripweb

©dupuis-spirou-marsupilamis-goum-2025

Tussen de lijnen door vertelt Goum over zijn fascinatie voor “synchroniciteit” — van die toevalligheden die té toevallig zijn.
Toen hij werkte aan een strip over het menselijk brein, vroeg Spirou hem toevallig om “in zijn hoofd te kruipen” voor een interview. “Dat kan geen toeval zijn,” grijnst hij.
Het typeert zijn creatieve wereld: een mix van chaos, logica en absurd geluk — precies wat de Marsupilami’s uitstralen.

Célestine Jacquel-Plays: trouw aan Franquin, vrij in verbeelding

“Na een reportage aan de rand van het gevaar,” schrijft Spirou, “kon de redactie eindelijk Célestine Jacquel-Plays ontmoeten.” En wat een ontmoeting: een regisseur met het enthousiasme van een kind én de discipline van een filmregisseur.

Célestine vertelt dat Hope, Twister en Punch elk het karakter van een dier hebben.
Hope, de oranje marsupilami, is nieuwsgierig als een kat.
Twister, de gele, heeft het uitbundige van een hond.
En Punch, de blauwe, is een kleine acrobaat met de durf van een aap.
Ze worden vergezeld door de negenjarige tweeling Jade en Mica, die als enigen hun bestaan kennen — en hen verbergen voor de buitenwereld.

Het verhaal speelt zich niet af in de bekende jungle van Chiquito, maar in een Palombiaanse stad die door het team liefdevol “Esperanza” wordt genoemd.
Een kleurrijke, tropische stad vol kabels, torens en daken — een waar speelparadijs voor lange staarten.
De Marsu’s wonen er in een nest bovenop het restaurant van de grootmoeder van Jade en Mica, zorgvuldig verborgen voor nieuwsgierige blikken.

Volgens Célestine was dat een bewuste keuze: “We wilden een omgeving creëren waarin kinderen zich konden herkennen — een stad met betonnen muren, maar ook een vleugje jungle.”
Zo worden thema’s als vriendschap, nieuwsgierigheid en bescherming van de natuur subtiel in het stadsleven verweven.µ

marsus-stripweb

©dupuis-spirou-marsupilamis-goum-2025


Vijanden, vrienden en véél kleur

De serie barst van de actie en humor, maar ook van nieuwe tegenstanders.
Er is een jaguar, een erfenis uit de stripwereld, die in deze versie niet alleen slimmer maar ook gevaarlijker is — hij wil de Marsupilami’s letterlijk opeten.
Daarnaast is er kapitein Stan, een man die de Marsu’s gezien heeft maar door niemand geloofd wordt.
Zijn obsessie om zijn gelijk te bewijzen zorgt voor hilarische achtervolgingen.
Verder duiken er kleurrijke bijfiguren op, zoals een jaloerse kok die de recepten van oma probeert te stelen, en Rosa, de strenge parkwachter die absoluut niet mag ontdekken dat er drie hyperactieve wezens in haar park wonen.

De scenario’s zijn geschreven door Andrew Barnett-Jones (The Amazing World of Gumball) en Ciaran Murtagh (Shaun the Sheep), die elk avontuur volstouwen met humor, ritme en visuele gags.
“Geen seconde verveling,” vat Célestine samen.

marsus-1025-marsuseul

©dupuis-spirou-marsupilamis-goum-2025

Visueel is de reeks een feest: felle kleuren, soepele bewegingen en een sfeer die bruist van levenslust.
“Na een vorige productie met grauwe tinten,” vertelt ze, “wilde ik iets maken dat zindert van kleur. Les Marsupilamis moest pop, vrolijk en vitaal zijn.”


Van droom naar realiteit

Célestine kwam pas later in het project terecht. Ze werd aanvankelijk benaderd om de serie te regisseren, maar had geen tijd. “Ik was er kapot van,” geeft ze toe.
Toen ze later opnieuw werd gebeld — op de dag van de 70ste verjaardag van de Marsupilami — voelde het als een teken.
“Dat kon geen toeval zijn. Het was mijn lot.”

Toch bleef de druk groot. “Je werkt aan het erfgoed van Franquin. Dat is niet niets.”
Om zichzelf niet te verliezen in nostalgie, besloot ze de oude strips en eerdere animaties bewust níet te herbekijken.
Ze wilde de essentie behouden — de taal van de staarten, de expressie van de ogen — maar verdergaan dan herhaling.
Met de overstap naar 3D werd dat een uitdaging, want elk frame moest kloppen zonder de charme van handgetekende expressie te verliezen.

“Toen ik de eerste geanimeerde beelden zag, was dat een opluchting,” vertelt ze. “Ik was bang dat het te glad of te stijf zou worden, maar het werkte perfect.”

marsus-1025-marsupersos

©dupuis-spirou-marsupilamis-goum-2025


Thomas Salas: de man van de millimeters

Waar Célestine de ziel van de serie bewaakt, zorgt Thomas Salas ervoor dat die ziel beweegt.
Als directeur van de animatie leidt hij drie teams van animatoren — twee in Angoulême en één in Charleroi — elk met een eigen chef-animator.
Hij bewaakt de consistentie: dat de personages kijken waar ze moeten kijken, dat de timing juist zit, dat elke scène evenwicht vindt tussen rust en energie.

Zijn grootste uitdaging: de staart.
“Die is bijna een personage op zich,” zegt hij.
In de strip kun je een gewone staart tonen in het ene vakje en een vuistvormige in het volgende — de lezer vult het gat in.
Maar in animatie moet je álle tussenstappen tekenen.
De riggers bouwden een digitaal skelet dat kon rollen, strekken, springen, grijpen en slingeren. “We hebben veel gevloekt, maar ook veel gelachen.”

Daarnaast moet hij waken over culturele subtiliteit.
Een onschuldig handgebaar kan in een ander land een belediging zijn.
“Een opgestoken duim is niet overal positief,” legt hij uit. “En gebalde vuisten kunnen agressief overkomen.”
Daarom spelen gezichtsuitdrukkingen een hoofdrol: universeel, grappig en vol leven.

Het tempo ligt hoog: zo’n zes seconden afgewerkte animatie per dag. “Dat is moordend snel,” lacht hij. “Bij een bioscoopfilm doen we daar een week over.”
Toch blijft hij nauw betrokken, soms zelfs letterlijk. “Als iets niet duidelijk is, mime ik het gewoon voor de camera — oren, staart, alles.”


Een sprong naar de toekomst

De nieuwe Marsupilamis is geen remake, maar een reïncarnatie.
Een serie die trouw blijft aan Franquins geest maar durft te vernieuwen, dankzij een hechte samenwerking tussen Frankrijk en België.
Kinderen zullen lachen om de capriolen, volwassenen glimlachen om de verwijzingen en het vakmanschap.

Voor Goum is het een speeltuin van creativiteit.
Voor Célestine, een droom die werkelijkheid werd.
Voor Thomas, een dans van pixels en passie.

En voor ons, kijkers, een herinnering dat sommige legendes nooit stilzitten — ze blijven springen, kronkelen, zwiepen en verrassen.


📺 Les Marsupilamis — nieuwe animatieserie, dit najaar op RTBF en Gulli
Gebaseerd op interviews met Goum, Célestine Jacquel-Plays en Thomas Salas, gepubliceerd in Spirou Magazine (Dupuis, oktober 2025). Deze tekst is een originele samenvatting in eigen bewoordingen, in overeenstemming met citaatrecht.

©dupuis-spirou-marsupilamis-goum-2025