Skip to main content

Exclusief Interview Ivan Adriaenssens voor Stripweb!

geschreven door Stripweb
01 september, 2025

leven-dood-ast-sstripweb

  • Stripweb : Je hebt al enkele strips en graphic novels gemaakt, maar niet altijd via het klassieke stripcircuit. Is daar een bewuste reden voor?

Ik heb een veertigtal jeugdstrips gemaakt voor Standaard Uitgeverij en een dozijn strips voor bedrijven, maar mijn oorlogstrips vonden tien jaar geleden een mooi onderdak bij Lannoo. Mijn ‘Afspraak In Nieuwpoort’ was voor hen de allereerste strip, inderdaad. Ik ben blij dat ik een grote Vlaamse uitgeverij aan een strip-poot heb geholpen. Sindsdien 2014 geven ze elk jaar wel een graphic novel uit van een Belgische tekenaar, met relevante historische verhalen.

metboek-ivan-adreiaenssens

° Stripweb: Voor de lezers die je werk nog niet kennen: kan je jezelf even kort voorstellen? Wie is Ivan Petrus Adriaenssens?

Ik teken al 30 jaar strips alsof ze voor mezelf zouden zijn. Ik schreef de scenario’s voor Marc de Bel (Boeboeks, Pit en Puf, Kriegels, Blinker, etc). Voor de Boeboeks deed ik ook de decors en de kleuren. Nog voor Standaard Uitgeverij schreef en schetste ik Orphanimo!! met Luc en Michael Vincent. In die tijd moest ik dus elke maand een scenario van 46 pagina’s uitschetsen. Want ik schrijf al tekenend en teken al schrijvend. Rond 2011 werd het tijd om iets voor volwassenen te doen en vond ik een oorlogsdagboekje, dat me meteen helemaal in WO1 trok. Tussen 2012 en 2018 tekende ik vijf graphic novels over het onderwerp en schreef en illustreerde twee historische boeken. Allemaal bij Lannoo. Intussen regisseerde ik een animatiereeks voor VTM en tekende ik strips voor diverse klanten en bedrijven. En tussen al deze bedrijvigheid door, vond ik de tijd om elke dag mijn katten brokjes te geven. Deze afwisseling houdt mij geïnspireerd en gaande. Ik wil met heel veel dingen bezig zijn ipv één reeks. Ik wil met verschillende mensen samenwerken maar van niemand vaste assistent of baas zijn. Dat lukt nu toch al 28 jaar…

  • Stripweb: Nu koos je voor een adaptatie van een literaire klassieker. Hoe moeilijk is het om een roman of novelle te vertalen naar een beeldverhaal? Hoe heb je dat aangepakt?

Ik las het boek op twee avonden uit en nog eens twee dagen later had ik mijn 144 pagina’s ruw uitgeschetst. Als je zo’n bliksemschicht van inspiratie krijgt door een boek, dan moet je niet nalaten om eraan te beginnen. Ik had nog andere projecten, maar ik wist: eerst dit. Het leven de dood in de ast.

Lannoo geeft al meer dan honderd jaar de boeken van Streuvels uit, dus die waren meteen enthousiast. Ik merkte meteen dat ik eigenlijk geen dialogen nodig had (op slechts zes pagina’s) en ook met dat concept waren ze meteen mee. Achteraan het boek zit de integrale novelle van Streuvels (inclusief de lijst met kleurrijke West-Vlaamse woorden). Zo heb je in één boekwerk een visuele en een literaire Streuvelsbeleving.

leven-dood-ast-stripweb

  • Stripweb: Streuvels staat bekend om zijn sfeervolle en vaak donkere beschrijvingen van het Vlaamse dorpsleven. Hoe vertaal je die taalrijkdomnaar beelden zonder dat er veel tekst nodig is?

Streuvels beschrijft alles zo mooi en treffend, dat ik niet RodeRiddergewijs bij mijn tekening nog eens een beschrijving ga geven van wat je ziet. Ik wou zeker ook niet knippen in de ronkende volzinnen van Streuvels. Dan liever helemààl geen ballonnetjes. Die storen eigenlijk toch alleen maar op een strippagina. Mijn adaptatie is dus puur visueel, zo doe ik geen afbreuk aan het literaire meesterschap van Streuvels. Het is net door toevoeging van de hele novelle (en dus eigenlijk een tweede lezing door de lezer) dat de kracht van de adaptie dubbel werkt.

leven-dood-ast-sstripweb

  • Stripweb: Wat maakt deze graphic novel volgens jou zo bijzonder vergeleken met je vorige werk?

Het is grafisch een stap omhoog en dankzij de hallucinaties van de personages kon ik tekentechnisch veel ruimer gaan dan in mijn vorige werken.

  • Stripweb: Zijn er nog dromen of plannendie je als striptekenaar wilt waarmaken in de toekomst?

Ik heb een filmscript geschreven dat zich afspeelt in de jaren tachtig in Venetië (te duur als film) en dat is uitgeschetst in drie albums van 120 pagina’s. Daar zoek ik een grafische stijl voor, om snel in één ruk (360 rukken) de hele zwik uit te tekenen. Veel of weinig detail ? Veel of weinig kleur ? Een zoektocht.

En ik heb nog een verhaal dat ik al dertig jaar meedraag en dat nu pas op punt staat. Ook hier kan ik, net zoals bij De Ast, grafisch helemaal loos gaan. Zien welk project er eerst zal gemaakt worden. Want er moeten ook nog wat (betalende) klanten bediend worden terwijl ik aan mijn eigen droomprojecten werk.

leven-dood-ast-sstripweb-streuvels-2

  • Stripweb: Hoe belangrijk is historische en literaire researchvoor je werkproces? Ga je bijvoorbeeld archieven, musea of originele teksten induiken?

Research is het belangrijkste dat er is. En omdat research leidt tot inspiratie, is het ook het leukste dat er is. Soms zelfs leuker dan het tekenen zelf. Musea bezoeken, mensen spreken, reizen maken. Als het in je hoofd samenkomt, voelt het soms al alsof het helemaal is uitgeschreven. Bedrieglijk, want dan met het werk eigenlijk nog maar beginnen. Ik schrijf eigenlijk liever dan ik teken. Terwijl ik uren aan een pagina zit te tekenen, zit mijn kop al veertig bladzijden verder in het verhaal… Strips maken is monnikenwerk, en mijn kruin begint er zowaar verdacht monnikachtig uit te zien, verdorie. En ik vernoem de monniken hier niet zomaar, die mannen zijn personages in een lopend project.

leven-dood-ast-sstripweb-streuvels-1

  • Stripweb: Hoe lang heb je aan dit album gewerkt, van idee tot afgewerkt boek?

Drie of vier jaar, met veel tussenpozes en andere opdrachten die ook af moesten. De novelle van Streuvels is van 1926 dus voor de verschijning van strip mikten we op 2026. (wel uitgebracht eind 2025, voor de feestdagen, weet je wel) De lange creatietijd zorgde er wel voor dat het geheel kon ‘rijpen’. Een gewone pagina werd vaak een heel bijzondere pagina, door een nieuwe uitsnit of een kleurverandering. Ik had ook geen limiet over het aantal pagina’s. Ik mocht doorgaan, net zoveel als de storytelling nodig had.

  • Stripweb: Zijn er beeldende kunstenaars, stripmakers of schrijvers die jou bijzonder hebben beïnvloed bij dit project?

Zeker, dat was het mooie. Elke hallucinatie (vier scènes) zijn in een andere tekenstijl, telkens een ode aan een tijdgenoot van Streuvels: Frans Masereel, Félicien Rops, Léon Spilliaert en… Willy Vandersteen. En zelfs aan Pieter Bruegel de Oude kon ik weer niet ontkomen. Hé, nog een toekomstig project. Helemaal achteraan het boek zit er zoals steeds een compleet ‘making of’ dossier vol info en verdieping, over mijn inspiratiebronnen en aanpak. Interessant voor de gewone lezer maar zeker ook voor leraren en scholen.

leven-dood-ast-sstripweb-streuvels

  • Stripweb: Veel van je vorige graphic novels zijn inderdaad educatief gebruiktin scholen en tentoonstellingen. Zie je deze nieuwe adaptatie ook als een kans om Streuvels bij een jonger publiek bekend te maken?

Dat is zeker de bedoeling. Streuvels was echt vergeten geraakt. Ik gaf tot nu toe honderd lezingen over WO1, vanaf dit boek ga ik het over Streuvels hebben. Telkens met veel info over hoe je een graphic novel maakt. Zo boei ik twee publieken in één keer. Ik ben lezingauteur bij Literatuur Vlaanderen (auteurslezingen.be) en daar is men blij met de hernieuwde interesse in Streuvels. En ik kom graag naar buiten voor een lezing. Even van de tekentafel weg en zo ontmoet je je publiek een keertje. Net zoals op stripbeurzen, trouwens.

  • Stripweb: Graphic novels winnen steeds meer terrein in de literaire wereld. Voel jij je eerder een striptekenaar, een verteller, of iets daartussenin?

Ik vind ‘verteller’ een overtrokken woord, iedereen heeft iets te vertellen… Ik ben vooral scenarist en vind het boeiend om een verhaal te construeren: een driedelig plot, subplots, personages die groeien doorheen het verhaal, een verrassend einde bedenken… Daar komt dan ook nog eens het tekenen bij. En mijn eigen manager zijn, naar klanten, uitgeverijen en mensen in de stripwereld. Mijn eerste veertig scenario’s gaf ik uitgeschetst aan tekenaars (Michael en Luc Vincent, Stedho, Roger Meert) maar gaandeweg (twintig jaar te laat) ben ik alles zèlf gaan tekenen. Na vijftien albums begin ik stilaan mijn draai te vinden als tekenaar. Beroemd zal ik er niet mee worden. De gemiddelde Belg kent geen namen van striptekenaars, en al helemaal geen stripscenaristen. Ach, zolang die twee eerder genoemde katten maar hun brokjes hebben, elke dag.

Er komt ook een Theatervoorstelling van Het leven en dood in de Ast.

Stijn Streuvels sierde bij leven en welzijn liefst 15 keer de shortlist van de Nobelprijs Literatuur, ontving drie keer de vijfjaarlijkse staatsprijs Letterkunde én kreeg de Nederlandse letterenprijs voor zijn hele oeuvre. Zijn romans ‘De Vlasschaard’ en ‘De teloorgang van de waterhoek’ werden verfilmd.

100 jaar na de eerste uitgave brengt Kurt Defrancq nu Streuvels’ derde meesterwerk – de novelle ‘Leven en dood in den Ast’ – tot leven. Met live  muziek van Innerwoud. Beide spelers én het publiek bevinden zich ‘in den Ast’ (een ‘black box’ i.p.v. klassieke zaalstoeltjes), omgeven door geanimeerde beelden uit deze gloednieuwe graphic novel naar het oorspronkelijke boek.

Deze voorstelling gaat in première op 3 oktober in Anzegem en reist nadien door heel Vlaanderen.

 

Horizontalio.pdf

Stijn Streuvels (1871-1969) was een van de grootste en meest vernieuwende Vlaamse schrijvers en is vooral bekend om zijn naturalistische romans, novelles en    toneelstukken.